zondag 15 december 2019

Een open brief aan iedere niet-gehandicapte

Beste lezer,

Op 3 mei 2018 was mijn moeder slachtoffer van een aanrijding. Een tegenligger kwam op de verkeerde weghelft terecht en reed met zo'n 80 kilometer per uur tegen mijn moeder's auto. Ambulance en zelfs trauma-helicopter kwamen eraan te pas, en ze hebben mijn moeder uit de auto moeten zagen om haar vrij te krijgen. Ze was nog bij, maar in shock. Mijn jongste zusje kreeg thuis een hulpofficier aan de telefoon. 'Het valt mee,' zei hij. 'De ander is er erger aan toe.' Toen mijn vader thuis kwam zijn we met z'n drieën - mijn middelste zusje was op vakantie - naar het ziekenhuis in Alkmaar gereden. Daar aangekomen bleek het helemaal niet mee te vallen. Ze zag er vreselijk uit, bloed in haar mond, een ingevallen oog, en verder verstopt onder de dekens om ons het beeld van de open botbreuk in haar been te besparen. De lijst met gevonden breuken leek met het uur toe te nemen, en toen bekend werd dat er een scheurtje in haar aorta zat, werd ze met een ambulance overgebracht naar Amsterdam om daar geopereerd te worden. Tot diep in de nacht zaten we daar, wachtend op nieuws. De operatie duurde langer dan verwacht, maar ging gelukkig goed. Ze hadden stands geplaatst in haar aorta en een ader naar haar arm, en een metalen constructie vastgemaakt aan het gebroken been om het tijdelijk te stabiliseren.
De weken erna werd duidelijk hoe groot de schade was. Mijn moeder wist zich het ongeluk niet te herinneren, maar de gevolgen waren duidelijk zichtbaar. Scheur in haar oogkas. Losgeraakt jukbeen. Gebroken bovenkaak en neus. Twee hechtingen in haar gezicht. Gebroken sleutelbeen. Gebroken rib. Gebroken borstbeen. Klaplong. Beschadigde mild. Beschadigde lever. Open botbreuk aan het linker bovenbeen, waarbij een deel verbrijzeld was en zelfs een stuk miste. Gebroken scheenbeen. Op drie plekken gebroken hiel. Drie vingers die niet meer bewogen konden worden en wazig zicht. En oneindig veel schrammen en blauwe plekken.
Toen we haar auto leeg gingen halen kwam het pas echt aan hoeveel geluk ze gehad heeft dat ze het overleefd had. We vonden een stuk bot terug klem naast haar stuur. De motor van de auto lag los op de grond. Haar bril was nog heel.

Sindsdien is er anderhalf jaar voorbij gegaan. Een periode waarin mijn moeder veel pijn geleden heeft, operaties ondergaan heeft, en heel veel heeft moeten revalideren. Ze is een tijd in het ziekenhuis gebleven, en daarna een nog langere tijd in Heliomare, terwijl we thuis ons best deden om het huis toegankelijk te maken voor de rolstoel waar ze langzaamaan mee kon gaan oefenen. Mijn vader reed elke avond heen en weer naar Wijk aan Zee met avondeten in verband met haar allergieën. Op een bepaald moment maakte ik me bijna meer zorgen om hem dan om haar: hij leek op het randje van een burn out. Gelukkig ging het beter toen mijn moeder eindelijk naar huis kon.
Ondertussen hebben we een nieuw toilet, de oprit is opnieuw betegeld, naast de douche staat een douchestoel, en de oprijplaten voor de opstapjes in het huis zijn niet echt meer nodig. Mijn moeder, eerst gebonden aan de bank, is mobieler geworden en kan ondertussen haar rolstoel laten staan en korte afstanden met (en soms zelfs zonder) krukken lopen. Ze kan een beetje fietsen als ze niet te veel pijn heeft, en mag zelfs weer autorijden.

Vandaag gingen we een kerstboom die ooit van mijn opa was ophalen bij haar zus in Amsterdam. Mijn moeder reed, en ik was mee voor het tillen. Steile trappen lopen is nog steeds niet mogelijk voor haar, en tillen ook niet. Toen de kerstboom eenmaal in de auto zat, reden we door naar een 'Heliomaatje' van mijn moeder. Een Koerdische vrouw van een jaar ouder dan ik, die voor de rest van haar leven in een rolstoel zal zitten. Heliomare zit vol lotgenoten, en mijn moeder heeft er een aantal onverwachte vriendschappen aan over gehouden. Na wat fanta en een rondleiding in het huisje waar ze woont gingen we weer op huis aan. Onderweg praatten we over privileges, en hoe mensen leren kennen je ogen kan openen voor andere perspectieven en ervaringen.
We besloten nog even langs de Albert Heijn te gaan. De gehandicapten-parkeerplaatsen waren beide vol, dus dan maar een gewone. Ik nam mijn moeder's rugzak op mijn rug terwijl ze haar krukken van de achterbank haalde.
We liepen naar de ingang.
Een man loopt naar buiten.
Hij werpt een blik op mijn moeder's krukken.
En zegt
'Kan ook best zonder'

Een paar maanden terug miste mijn moeder nog steeds zo'n 50% van het bot in haar bovenbeen.

'Kan ook best zonder'

De voet waarvan haar hiel gebroken was doet nog steeds pijn bij elke stap die ze zet.

'Kan ook best zonder'

Ik zal heel eerlijk zijn. Het is ondertussen een uur geleden dat we de Albert Heijn inliepen, en ik kan nog steeds niet goed zeggen of ik spijt heb dat ik niet een van mijn moeders krukken gepakt heb om hem in zijn gezicht te slaan. Ik ben in lange tijd niet zo boos geweest.

Dus, lezer, hier is de moraal van het verhaal. Neem aan dat je niets weet. Wat je ook denkt als je iemand ziet die opstaat uit een rolstoel om een deur open te doen, of als je iemand die er gezond uit lijkt te zien zijn auto ziet parkeren op een gehandicapten-parkeerplaats, onthoudt dat je geen idee hebt hoe het leven van die persoon is. En als je waarde hecht aan de wereld een beter plek maken voor iedereen, overweeg eens je te verdiepen in de ervaringen van anderen. Of dat nu gehandicapten zijn of zwarte mensen, homoseksuelen, arme mensen, ouderen, mensen met een persoonlijkheidsstoornis, immigranten, etc.

En als je niets goeds te zeggen hebt tegen iemand die je tegenkomt op straat, zeg maar gewoon niets.

Met vriendelijke groet,

Elisah